Je zou maar een druif zijn in het zuidwesten van Sicilie. Dan geniet je maar liefst zeven maanden per jaar van de stralende zon. Da's goed voor het humeur, ook bij een druif. Niet verwonderlijk dus dat de Nero d'Avola, de druif van Sicilie, het zo wonderbaarlijk goed doet in Menfi. Daar profiteert de druif namelijk niet alleen van die zeven maanden zon, wat zorgt voor een optimale rijping, maar ook nog eens van een fris briesje van zee. Het unieke microklimaat houdt de wijngaarden gezond en brengt de druiven op smaak. De wijnstokken staan aangeplant op de terrassen van door de zee afgeplatte heuvels. De heuvels zijn uniek in hun soort en laten de sporen zien van de geologische geschiedenis, zoals de veranderingen in het waterpeil in de verschillende ijstijden. De bodem is er rood, zanderig, bijzonder vruchtbaar en rijk aan mineralen en ijzer - een cadeautje van de vulkaan Etna. Met het risico filosofisch te worden: wandelen door de wijngaarde in Menfi, waar deze Nero d'Avola rijpt en